de Appel

Beeldende kunst en creatieve industrie
Aangevraagd: € 562.842
Toegekend: € 500.000

Inleiding

De Appel werd in 1975 opgericht als alternatief institutioneel model en kreeg internationale erkenning voor het presenteren van performance- en videokunst. Vandaag de dag wil de Appel nog steeds artistieke en curatoriële experimenten stimuleren en organiseert zij kunstprogramma's op scholen en in de samenleving. Door middel van een dertig jaar oud Curatorial Programme en een actief Archief faciliteert de Appel uitwisseling van kennis via tentoonstellingen en Live Activations. De instelling zegt toegewijd te zijn aan het delen van middelen met verschillende groepen, van kunstenaars en cultuurbeoefenaars tot schoolkinderen en universiteitsstudenten, het genereren van gedeelde kennis en het uitdagen van conventionele kunstpercepties. De Appel wil als katalysator fungeren, met pedagogie buiten de reguliere onderwijsinstellingen experimenteren en academisch onderzoek met lokale gemeenschappen verbinden. Waarden als experiment, innovatie, solidariteit en artistieke collectieve vrijheid noemt zij als leidraad van haar missie.

De Appel zegt al vijf decennia een brug te slaan tussen de artistieke, archief- en curatoriële praktijk, de academische wereld en kunst op school door middel van publieke presentaties. De focus voor 2025-2028 komt op land, co-eigenaarschap, huisvesting, governance, (kunst)economie en klassenongelijkheid te liggen en op ‘dagelijkse institutionele uitdagingen’. Deze collectieve structurele thema's weerspiegelen volgens de organisatie de bredere sociale en politieke zorgen van Nederlandse bewoners. Strategieën zoals Lumbung, embedded art, collectief werk, participatie, wederzijds leren, gastheerschap en het bieden van ruimte en tijd vormen de leidraad voor engagement met mede-eigenaren, deelnemers en gasten. Activiteiten zijn o.a. solotentoonstellingen, onderzoeksprojecten, assemblies en samenwerkingsverbanden zoals de BAU Studio Residency voor lokale kunstenaars. Collectieve governance staat centraal in tentoonstellingen zoals Abolition Geographies. Economische duurzaamheid wordt onderzocht in het Archief en de Kiosk in de stadsmarkten. Samenwerkingen met instellingen als het Sandberg Instituut en Gudskul geven vorm aan het Curatorial Programme in 2024-2026. Vanaf 2024 heeft De Appel zich verzekerd van een nieuwe locatie in de Diamantbuurt, broedplaats Tempel. De betrokkenheid met Nieuw-West wil zij behouden in de samenwerking met deelnemers van het Scholenprogramma.

De Appel ontvangt een vierjarige subsidie 2021-2024 binnen het Kunstenplan van  € 536.041 per jaar (incl. indexatie 2024).

Voor de periode 2025-2028 vraagt de organisatie bij het AFK een bijdrage van gemiddeld € 562.842 per jaar in het kader van het Kunstenplan.

Artistiek belang

De commissie beoordeelt het artistiek belang als goed.

De commissie ziet in het plan van de Appel een herkenbare signatuur als plek voor artistiek experiment, met name op het gebied van video en performance, en curatorieel experiment. Aan de hand van een sterke reflectie op de voorgaande periode, bevraagt de Appel de komende periode opnieuw de curatoriële praktijk, in dit geval de positie van de ‘ster’curator. Ze zet een visie uiteen die uitgaat van participatie, niet hiërarchische democratische werkwijzen en solidariteit, gerelateerd aan experiment en artistieke collectieve vrijheid. Dit is vormgegeven aan de hand van Lumbung, een van oorsprong Indonesische landbouwpraktijk die uitgaat van gedeeld eigenaarschap, en inspiratiebron is voor een collectieve kunstpraktijk. De genoemde waarden zijn voor de commissie invoelbaar in het gehele plan. De commissie vindt het sterk dat de Appel conventionele kunstopvattingen, zoals auteurschap en de hiërarchische verhouding tussen kunstenaar, curator en publiek wil uitdagen. Daarmee werkt zij in lijn met haar eigen traditie en verhoudt zij zich duidelijk tot nieuwe internationale stromingen die worden gedreven door sociaal-artistieke collectieven, zoals te zien op de afgelopen Documenta. 

De artistieke visie wordt volgens de commissie overtuigend vertaald in programmalijnen, onderwerpen en activiteiten. Naast het Curatorial Programme (Talentontwikkeling), het Embedded Art programma (Educatie), Live Activations (Public Programme) en het Archief (Onderzoek), zal het programma vier jaarlijkse tentoonstellingen omvatten. Met de onderwerpen land en huisvesting, governance en grassroot kunsteconomie geeft het programma volgens de commissie op bijzondere wijze vorm aan de zoektocht naar collectiviteit en sociale rechtvaardigheid. De commissie waardeert het Archief als erfgoed van de hedendaagse kunst. Ze vindt het positief dat De Appel de afgelopen jaren heeft geïnvesteerd in de toegankelijkheid van het archief en daar nu de vruchten van plukt. Hierdoor kan de Appel nieuw onderzoek faciliteren en initiëren. 

Door het bevragen van de kunstpraktijk vindt de commissie de artistieke betekenis voor deelnemers en professionals duidelijk aanwezig in het plan. Jonge curatoren kunnen zich ontwikkelen in het Curatorial Programme en de kunstprofessionals zien zich uitgedaagd in het experimentele programma. Dit vertaalt zich door naar het educatieprogramma, dat uitgaat van ingebedde kunst. Ook hier staan wederkerigheid en solidariteit centraal, waarmee de Appel een pedagogische invalshoek etaleert die aanvullend is op de reguliere schoolprogramma’s. Daarnaast ziet de Appel een rol voor zichzelf om een breder publiek dat geïnteresseerd is in kunst of in sociaalmaatschappelijke vraagstukken te bereiken. Door het sterk onderzoekende en deels academische karakter van het programma vindt de commissie het programma niet altijd even aansprekend voor deze bredere doelgroep. De Appel is recent verhuisd naar de Diamantbuurt en wil de nieuwe buurt actief betrekken. Dat doet zij met humoristische initiatieven zoals een Klachten- en Oplossingen-koor, een communitykoor dat gezamenlijk zingt over klachten. Hoewel de commissie dit aansprekend vindt voor de deelnemers, vindt zij dat buurtparticipatie pas echt tot zijn recht komt als er een wisselwerking is tussen kunstenaars, curatoren en deelnemende bewoners. Deze wisselwerking is nog niet helemaal in het plan terug te lezen, wat ook wel begrijpelijk is in het licht van de recente verhuizing. De commissie vindt het wel duidelijk wat de Appel de buurt wil brengen, maar minder duidelijk hoe de inbreng van de buurt het programma van de Appel zal beïnvloeden. 

Belang voor de stad

De commissie beoordeelt het belang voor de stad als zwak.

De Appel onderscheidt verschillende doelgroepen. Velen van hen zijn professionals, zoals kunstenaars, studenten, academici en internationale professionals. Daarnaast wil zij kunstliefhebbers, thematisch geïnteresseerde bezoekers en partners, scholieren en buurtbewoners bereiken. Deze doelgroepen worden door de Appel ondergebracht in de categorieën mede-eigenaar, deelnemer en gast. Deze onderverdeling vindt de commissie goed aansluiten op de geest van Lumbung, omdat het uitgaat van de mate van betrokkenheid. Voor elke doelgroep maakt de Appel vervolgens inzichtelijk welke programma’s voor hen interessant zullen zijn en welke middelen zij wil inzetten om deze groep te bereiken. Ze wil hiermee de relatie met het vertrouwde publiek verdiepen en het aantal fysieke en digitale bezoekers vergroten. De commissie is enthousiast over sommige aspecten, zoals het educatiebereik met bijvoorbeeld een tweedaags programma voor 300 basisschoolleerlingen en een buurtkrant. Ondanks de gedetailleerde uiteenzetting heeft de commissie enkele kanttekeningen bij de algemene strategie. Voor veel van de doelgroepen zet de Appel de algemene communicatiemiddelen en -kanalen in. Deze vindt de commissie vrij intellectueel van toon en eerder geschikt om professionals te bereiken dan om het publiek uit te breiden. De strategie voor de beoogde groei gaat vooral uit van de meer centrale ligging van de nieuwe locatie. De commissie is van mening dat hier meer voor nodig is. Voor de buurt zet de Appel onder andere de Diamantbuurt Assemblies en een Diamantbuurt Advisory Committee op. Hierin bevraagt zij de buurt op hun wensen en dat vindt de commissie interessant. Dit zijn echter twee budgettair relatief kleine projecten en de commissie verwacht dat ook hier een grotere inzet nodig is om de wederkerigheid volwaardig te laten opbloeien. Al met al vindt de commissie de aanpak voor de beoogde uitbreiding van publiek en deelnemers niet helemaal passend en realistisch.

De Appel is recent verhuisd naar stadsdeel Zuid en bijna alle activiteiten vinden plaats in het nieuwe onderkomen. Op haar vorige plek in Nieuw-West had de Appel een goed ingebed educatieprogramma met scholen in het stadsdeel. Ze geeft aan dat ze deze verbinding wil onderhouden met onder andere het tweejaarlijks Teenage Curatorial Project, een opleiding voor jonge scholieren uit Nieuw-West en de Diamantbuurt. Het aantal activiteiten en deelnemers van deze programma’s is op het totale programma van de Appel echter summier. Op basis daarvan stelt de commissie vast dat de activiteiten van de Appel nauwelijks bijdragen aan spreiding van het culturele aanbod in deze stadsdelen.

Diversiteit & inclusie

De commissie beoordeelt de bijdrage aan diversiteit en inclusie als voldoende.

De Appel hanteert een brede visie op diversiteit en inclusie, waarbij de determinanten culturele achtergrond, sociale klasse en geslacht aansluiten op de regeling. Omdat ze zich tot doel stelt om een gastvrije, gezellige plek te worden, met zo min mogelijk intellectuele en fysieke barrières, kiest ze in de ogen van de commissie uiteindelijk voor het gehele spectrum van diversiteit en inclusie. De commissie vindt dat de visie enigszins generiek begint, maar handen en voeten krijgt aan de hand van een boek van Sara Ahmed. De Appel geeft aan hoe dit boek aanleiding was voor een organisatiebrede bijeenkomst, waarmee het kritisch bewustzijn over patronen die discriminatie en uitsluiting in stand houden, is gegroeid. Ahmed beschrijft de koppeling met en de noodzaak van concrete acties om echte verandering teweeg te brengen. De Appel wil dit bereiken met de collaboratieve werkmethode en door het eigenaarschap van de organisatie te delen. Deze meer theoretische uiteenzetting wordt gevolgd door een plan van aanpak waarin de doelstellingen verweven zijn. De commissie vindt de visie overtuigend, maar de doelstellingen vrij uiteenlopend omdat ze afwisselend concreet en generiek zijn.  

In het plan van aanpak om cultureel divers publiek te bereiken wil de Appel de relatie met de nieuwe buurt opbouwen door samen te werken met diverse culturele organisaties in de buurt, zoals OBA Amstel en Cinetol. Dat vindt de commissie een goede start om de buurt te leren kennen. De Appel wil media outlets en platforms benaderen om nieuwe en diverse publieksgroepen te bedienen. Niet duidelijk is echter om welke platforms het gaat en welke publieksgroepen hiermee bediend worden. Ook wil de Appel kritisch nadenken over de huisstijl en tone of voice, terwijl de website net in 2023 vernieuwd is. Hoe de Appel haar relatie met de oude buurt in Nieuw West wil behouden, leest de commissie niet terug in het plan. De commissie vindt de stappen om een cultureel divers bereik te realiseren daarom maar ten dele overtuigend. Op het gebied van programma zijn culturele diversiteit en sociale achtergrond thematisch geïntegreerd. De Appel slaagt er volgens de commissie in om onderzoek en hedendaags discours te vertalen naar de artistieke praktijk zonder dat deze illustratief wordt. Zo onderzoekt Spectres of Bandung: A Political Imagination of AsiaAfrica bijvoorbeeld het concept zelfbeschikking in het werk van kunstenaars aan de hand van onderzoek naar de Bandungconferentie in 1955. Bij de keuze voor kunstenaars lopen internationale en Amsterdamse representatie soms door elkaar. De commissie vindt een keuze voor kunstenaars van de global south niet automatisch leiden tot een betere representatie binnen de Amsterdamse context. Ondanks deze kanttekeningen vindt ze het algehele programma wat betreft kunstenaars en onderwerpen concreet en realistisch, en bijdragen aan een inclusief en divers aanbod. Op het gebied van partners werkt de Appel met veel verschillende organisaties in Amsterdam samen, maar dit zijn relatief weinig organisaties met een cultureel diverse achtergrond. Een van de partners die de Appel noemt is The Black Archives, maar deze samenwerking is niet terug te lezen in de aanvraag van The Black Archives. De commissie beschouwt dit daarom als een intentie en niet als een bevestigde samenwerking. Voor de eigen organisatie wil de Appel onder andere het team trainen om het bewustzijn over diversiteit en inclusie te vergroten, de pool van hosts uitbreiden zodat dit een betere afspiegeling is van de diversiteit in de stad en prioriteit geven aan diversiteit bij nieuwe leden van de rvt. De commissie vindt dit goede stappen, maar had graag meer gelezen over hoe de Appel dit concreet gaat doen.  

Uitvoerbaarheid

De commissie beoordeelt de uitvoerbaarheid als goed.

De commissie vindt dat de Appel een goed beeld schetst hoe zij om wil gaan met mensen en middelen. De organisatie heeft de afgelopen jaren veel meegemaakt en de Appel gaat hier uitgebreid op in. Ze geeft in de ogen van de commissie een transparante en eerlijke reflectie. Zo was er sprake van ziekteverzuim, een artistieke en zakelijke directiewissel, veel onzekerheid over huisvesting en een groot financieel tekort, dat is ontstaan in een tussenperiode. De visie op de bedrijfsvoering vindt de commissie niet heel duidelijk geformuleerd, maar de commissie vindt de concrete en uitgewerkte plannen logisch voortvloeien uit de voorafgaande periode. De Appel werkt aan een veilige werkomgeving, licht de toepassing van de codes toe en gaat in op de verbeterde werkstructuur en het verder optimaliseren daarvan, monitoring van financiële resultaten en scholing voor de medewerkers. Ook is er aandacht voor ecologische duurzaamheid. De Appel ziet geen significante operationele risico’s meer. De grootste risico’s voor de organisatie zijn recent opgelost, met bijvoorbeeld de nieuwe huisvesting en het afsluiten van een ziekteverzuimverzekering. 

De commissie vindt dat het voorgestelde programma grotendeels realistisch en uitvoerbaar is en heeft waardering voor het daadkrachtig optreden van de nieuwe directie, ten aanzien van de financiële zorgen. Daarbij is goed gekeken naar de interne organisatie. Om de werkdruk te verlagen krijgen medewerkers meer uren en wordt het aantal activiteiten teruggeschroefd. De financiële problemen zijn onderkend en het negatieve vermogen lijkt op basis van de conceptrealisatie 2023 alweer voorzichtig positief te zijn. Ook wordt er de komende jaren aan het eigen vermogen gedoteerd om tegenvallers te kunnen opvangen. De organisatie is in de ogen van de commissie op de goede weg, maar is nog wel kwetsbaar. Het plan geeft aan dat er een begin is gemaakt om de financieringsmix te verbreden en de commissie vindt het positief dat enkele fondsen al zijn toegekend. De financieringsmix vindt de commissie echter nog steeds eenzijdig omdat er grote afhankelijkheid is van twee fondsen, waaronder het AFK. De commissie vindt dat de Appel een grotere ambitie zou kunnen etaleren op financieel vlak, door meer publieksinkomsten en projectfinanciering te zoeken. 

Conclusie

De commissie adviseert op grond van bovenstaande overwegingen de aanvraag van de Appel gedeeltelijk te honoreren met een bedrag van € 500.000 per jaar. De commissie is van mening dat de Appel in staat moet zijn om een grotere financieringsmix te realiseren. 

De aanvraag is beoordeeld binnen de adviescommissie Beeldende Kunst en Creatieve Industrie.

Adviseur Huib Haye van der Werf heeft niet deelgenomen aan de beraadslaging over dit advies.